CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN CURSUSSEN VOOR KINDEREN LEZINGEN RONDLEIDINGEN REIZEN SCHOOLPROJECTEN PUBLICATIES ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK
HAAR-
De Ababda besteden veel aandacht aan hun uiterlijk. De mannen dragen hun kapsel traditioneel als een flinke bos dik kroezend haar, versierd met een mooie kam (hoelaal). Deze waren vroeger van zilver gemaakt (enkelvoudige pin) of van hout met zilverbeslag. Tegenwoordig gebruiken de Ababda vooral uit hout gesneden en versierde kammen, waarbij het aantal pinnen van drie tot vijf varieert. Ook gebruikt men plastic kammen met metalen pinnen. Vroeger waren kinderen, jongemannen en gehuwde mannen van elkaar te onderscheiden door een aparte haardracht.
Bij de Ababda slapen de mannen met hun hoofd op een neksteun en de vrouwen op een kussen. De neksteun zou de kapsels van de mannen beter beschermen en tevens dienen om de mannen waakzaam te houden: de steunen zijn immers oncomfortabel, waardoor de slaper bij iedere beweging even wakker wordt.
Bij feestelijke gelegenheden worden de lange haren van de vrouwen gevlochten en versierd met
een ring bij het voorhoofd, met kralen, schelpjes of met een aantal gouden of koperen versierselen (wa’di). Huid en haar worden soepel gehouden met geparfumeerd schapenvet, dat bewaard wordt in een zogenaamde loza: een uitgeholde kalebas of kokosnoot, die vaak prachtig wordt versierd en van een hanger wordt voorzien.
Om de ogen op te maken, gebruiken de Ababda kohl. Dit zwarte goedje wordt bewaard
in mooi versierde kohlhouders (moekhala). De oudere modellen zijn gemaakt van het
zaad van de doompalm, terwijl de nieuwere modellen vaak van gedraaid hout en metaal
zijn vervaardigd. De Ababda voorzien hun handen en voeten soms van henna, bijvoorbeeld
ter gelegenheid van een feest. Deze krijgen hierdoor een feloranje tint. Voor het
verzorgen van het gebit worden geen tandenborstels gebruikt, maar stokjes van de
Salvadora-